Over die haat/liefde: ‘Het is cool dat je in die lange afstand alle fases van je leven lijkt tegen te komen. Je gaat optimistisch van start, dan gebeurt er iets waardoor het wat minder gaat – of juist ineens veel beter. Alle emoties komen voorbij; er gebeurt van alles en je moet aan de juiste knoppen zien te draaien. Er kan zo veel mis gaan dat het een enorme voldoening geeft als alles goed is gegaan. Een wedstrijd van 10 kilometer kun je de week erop opnieuw doen, als het niet lekker ging. Bij de marathon kun je een half jaar wachten op je tweede kans: it’s all or nothing at all.’
Als er iets tegenzit in zijn leven, neemt Sander (35) die ervaring mee in zijn dagelijks leven; vooral de ervaring op het 35-kilometerpunt. ‘Die ervaring helpt me in mijn leven. Iedereen maakt shit mee, waardoor je tijdens de marathon, als het zwaar wordt, kunt denken: het is maar hardlooppijn. Je kiest ervoor, je weet dat het pijn gaat doen – je accepteert het. Je voelt je rot, maar het wordt wel weer beter. Ik houd me dan bezig met: hoe voel ik me nú, op dit moment? En kan ik me nog 20 minuten zo voelen? Ik denk niet te ver vooruit en deel de afstand op in blokjes, dat helpt.’